Google+ Autisme, wat nu..?: september 2013

zaterdag 21 september 2013

Autistisch meisje in isoleercel wegens geen plaats in jeugdinstelling

Een 13-jarig, zwaar autistisch, meisje uit Oost-Vlaanderen verblijft wegens plaatsgebrek in de kinderpsychiatrie al enkele dagen tussen drugsverslaafden en geïnterneerden in een psychiatrische instelling voor volwassenen, zo melden Het Nieuwsblad en De Standaard vandaag. Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx belooft zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het plaatstekort binnen de kinderpsychiatrie.

Het meisje verbleef in een instelling in Brugge, maar daar vreesden ze dat ze zichzelf of anderen iets zou aandoen. Een jeugdrechter beval daarom de gedwongen opname, maar omdat er nergens een plaats vrij was in de opvangplaatsen voor minderjarigen, werd het meisje naar een psychiatrisch centrum voor volwassenen gebracht.

"Dit is een schrijnende situatie", geven de Broeders van Liefde uit Zelzate toe. "Dat meisje hoort hier helemaal niet thuis." Haar moeder is helemaal wanhopig. "Mijn kind moet dringend geholpen worden, maar wat doen ze met mijn dochter? Ze steken haar in een isoleercel op een afdeling tussen psychopaten en drugsverslaafden."

Oplossing
"De bedoeling is zo snel mogelijk een oplossing te zoeken omdat het meisje daar niet op een goede plaats zit", zegt Raf De Rycke, gedelegeerd bestuurder van de vzw Broeders van Liefde. "Maar we konden door omstandigheden niet anders dan het meisje opnemen. Enerzijds heb je de ziekenhuiswet die zegt dat jongeren onder de 15 jaar niet in de volwassenenpsychiatrie opgenomen mogen worden, anderzijds mogen we een bevelschrift van een jeugdrechter ook niet zomaar naast ons neerleggen. Er werd hier een beetje foutief gebruik gemaakt van de wet op de gedwongen opname om in een instelling binnen te geraken."

De Rycke zegt dat er ondertussen contact gelegd werd met allerlei diensten om een oplossing te zoeken en dat er gespecialiseerde kinderpsychiatrische ondersteuning gevonden werd. Het meisje wordt opgevangen in een "comfortkamer" en komt niet in contact met volwassen patiënten.

De jeugdrechter moet binnen tien dagen een bezoek brengen aan het psychiatrisch centrum om te oordelen of een langere gedwongen opname nog nodig is. De rechter kan dan beslissen om de collocatie met veertig dagen te verlengen.

Doorgedreven samenwerking
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen wil dat er een doorgedreven en onvoorwaardelijke samenwerking komt tussen de (Vlaamse) jeugdhulp en de (federaal gefinancierde) kinder- en jongerenpsychiatrie. Om die samenwerking te stimuleren, heeft Vandeurzen vorige week een projectoproep gelanceerd.

Vandeurzen wijst erop dat gesloten instellingen voor kinderpsychiatrie een federale bevoegdheid zijn. Omdat er in die gesloten instellingen voor kinderpsychiatrie onvoldoende plaatsen zijn, belanden er soms minderjarigen in de Vlaamse gemeenschapsinstellingen.

Juiste hulp
Hij pleit voor een betere samenwerking tussen de Vlaamse jeugdhulpinstellingen en de federale instellingen voor kinder- en jongerenpsychiatrie. Volgens hem is er een gedeelde verantwoordelijkheid om te zorgen dat jongeren met complexe hulpnoden de juiste hulp krijgen. Om de samenwerking tussen de verschillende instellingen te bevorderen, lanceerde Vandeurzen vorige week nog een projectoproep (met in totaal 500.000 euro voor 5 projecten). Doel is dat er voor jongeren met complexe hulpvragen combinaties van hulp en flexibele trajecten kunnen gerealiseerd worden.

Vandeurzen steunt voorts de gemeenschappelijke verklaring van de verschillende ministers van geestelijke gezondheidszorg voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits in de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Ook Raf De Rycke van de Broeders van Liefde haalt het voorval aan om nogmaals een oplossing te vragen voor de wachtlijsten in de kinderpsychiatrie, al geeft hij ook toe dat er al heel wat inspanningen geleverd werden.

Mobiele equipes
"Er moeten ook meer inspanningen komen op het vlak van samenwerking tussen verschillende actoren die zich bezighouden met kinderen met psychiatrische problemen. Naar analogie met wat bestaat voor volwassenen, zouden bijvoorbeeld ook voor kinderen mobiele equipes opgericht kunnen worden, zodat bij instellingen of thuis zorg aangeboden kan worden, om op die manier een opname of heropname te voorkomen."

De Rycke zegt dat er zoveel mogelijk moet ingezet worden op preventie, maar dat er ook meer wetenschappelijk onderzoek nodig is. "We moeten de oorzaken nagaan van de steeds toenemende vraag naar psychiatrische zorg voor jongeren", klinkt het.






vrijdag 20 september 2013

Schoolgids autisme

De Schoolgids autisme is een praktisch boek vol concrete tips om de jaren op de middelbare school voor kinderen met autisme zo goed mogelijk te laten verlopen. Het boek bestaat uit twee delen. Eén voor ouders, en één voor de kinderen zelf. Beide delen behandelen dezelfde onderwerpen vanuit een eigen invalshoek, waaronder

* De juiste school kiezen
* De eerste schooldag: bereid je goed voor
* Omgaan met anderen: mentor, docenten, medeleerlingen
* Plagen en pesten
* Twitter en Facebook: voor- en nadelen
* Huiswerk: plannen en organiseren
* Anders dan anders: feestjes, uitstapjes, toneelopvoering
* Het leven na school: plannen voor de toekomst

De Schoolgids autisme biedt concrete suggesties om de middelbare-schooltijd voor deze kinderen zo prettig mogelijk te maken. Het is bedoeld voor ouders van kinderen met autisme en voor de kinderen zelf, én voor begeleiders en docenten.

GINETTE WIEKEN is docente Engels en begeleider van leerlingen met autisme op een reguliere middelbare school. Ze is moeder van een zoon en een dochter met autisme.



donderdag 19 september 2013

Autisme in de sport

Sporters met autisme
Voor veel personen met autisme is het lastig om een geschikte sport en vereniging te vinden die past bij hun behoeften. Veel van deze personen vinden het in eerste instantie lastig om te bedenken wat zij leuk vinden om te doen. Zij moeten het eigenlijk ervaren en zien wat er gebeurt, voordat zij een keuze kunnen maken.

Autisme is niet zichtbaar aan het uiterlijk van een persoon. Juist voor deze personen met een normale of zelfs hoge intelligentie is het lastig om een goede aansluiting te vinden bij het bestaande sportaanbod. Zij voelen zich vaak niet thuis in een G-team en kunnen zich zonder ondersteuning ook niet goed handhaven in een regulier team.

Werken met sporters met autisme
Het wordt daarom steeds belangrijker om als begeleider rekening te houden met deze personen. Een begeleider moet leren om gedragingen die voortkomen uit autisme te herkennen en begrijpen. Hij moet in staat zijn om zijn communicatie aan te passen aan de sporter met een autistisch-spectrumstoornis. Hij moet leren om structuur aan te brengen in de tijd, activiteit, ruimte en zichzelf (zijn eigen gedrag) binnen een training of wedstrijd.

Kortom, een begeleider van sporters met een autistisch-spectrumstoornis moet leren om een veilige en gestructureerde sportomgeving te creëren. Sporters met autisme moeten zich er thuis voelen!

Bijscholing ‘Autisme in de sport’
De ASK heeft in samenwerking met de sportbonden de bijscholing ‘Autisme in de sport’ ontwikkeld. In de bijscholing krijgt de cursist inzicht in de situaties die zich kunnen voordoen bij sporters met een autistisch-spectrumstoornis. Trainers, coaches en begeleiders uit alle sporten hebben de mogelijkheid deel te nemen aan deze sportoverstijgende bijscholing.

De deelnemers aan de bijscholing ontvangen na afloop een bewijs van deelname. Een bond bepaalt zelf of deze bijscholing licentiepunten oplevert.

Meer informatie
Alvast meer lezen over dit thema? Bekijk de reader die is ontwikkeld voor begeleiders van sporters met een autistisch-spectrumstoornis.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mike Bouwmeester. Dat kan via e-mail of telefonisch: +31 (0)6- 53 42 04 73.

Zie verder: NOC / NSF Autisme in de sport




woensdag 18 september 2013

Kinderombudsman bezorgd over transitie jeugdzorg

Kinderombudsman Marc Dullaert maakt zich zorgen over het verplaatsen van de jeugdzorg naar de gemeenten. Dat stelt hij naar aanleiding van de onlangs verschenen Kinderrechtenmonitor 2013.

Volgens Dullaert ontbreekt het op dit moment aan afspraken over de minimale kwaliteit die gemeenten moeten gaan leveren. Verder maakt hij zich zorgen over de vraag of de veranderingen niet te snel en te onzorgvuldig verlopen. Ook kinderen die tijdens de ingrijpende stelselherziening te maken krijgen met problemen hebben recht op volwaardige jeugdzorg, stelt Dullaert in de monitor. Hij wil dat de overheid garandeert dat kinderen niet de dupe worden van de herziening en bijvoorbeeld niet in elke gemeente op goede zorg kunnen rekenen.

De Kinderombudsman stelt verder dat kinderen in Nederland nog niet de zorg en voorzieningen krijgen die ze volgens het Kinderrechtenverdrag moeten krijgen. Dit heeft vaak te maken met bureaucratie. Nog te veel kinderen moeten volgens de ombudsman te lang wachten op geïndiceerde jeugdzorg en tijdens de wachtperiode is onvoldoende toezicht op hun veiligheid. Ook worden kinderen nog niet voldoende effectief beschermd tegen kindermishandeling, hoewel de invoering van de verplichte meldcode kindermishandeling een winstpunt wordt genoemd in de Kinderrechtenmonitor.

Volgens de Kinderombudsman leven door de economische crisis steeds meer kinderen in armoede, op dit moment geldt dit voor 1 op de 9 kinderen in Nederland. Dat zijn ruim 371.000 kinderen. Bezuinigingen in de zorg belemmeren bovendien de toegang tot zorg voor kinderen.

Bron: medischcontact.artsennet.nl






dinsdag 17 september 2013

Dossier Nieuwe Jeugdwet (Balansdigitaal)

In dit dossier vindt u informatie en berichtgeving over de nieuwe jeugdwet, decentralisatie van zorg naar de gemeenten en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Informatie over de nieuwe Jeugdwet


Als het wetsvoorstel Wet maatschappelijke ondersteuning wordt aangenomen door de Eerste Kamer zal er per 1 januari 2015 veel veranderen. De gemeenten gaan dan bepalen of een kind met ernstige gedragsproblematiek nog begeleiding krijgt, en hoe die begeleiding er dan uitziet. Later gaan ook de jeugdzorg en de jeugd-ggz over naar de gemeenten.

Een deel van de groep jongeren die nu een Wajonguitkering krijgt, gaat vallen onder de Wet werk en inkomen en zal niet meer voor een Wajonguitkering in aanmerking komen. Elke gemeente bepaalt straks zijn eigen beleid. De gevolgen van de overheveling van zorg naar de gemeenten zullen dus in iedere gemeente anders zijn.

Wat verandert er voor u?
In Balans Magazine van april 2013 staat een artikel over de nieuwe Jeugdwet: Wat verandert er voor u?

Als aanvulling hierop heeft Balans een verhelderend stuk geschreven: Alle zorg voor jeugd naar de gemeenten (april 2013) waarin besproken wordt:
  • welke zorg naar de gemeenten gaat
  • wat dit concreet betekent
  • wat u ervan gaat merken
  • en wat u kunt doen
Ook de samenhang met de invoering van de Wet passend onderwijs komt aan de orde.

Stuur uw gemeente een brief
De stoornissen van kinderen uit de doelgroep van Balans zijn aan de buitenkant niet direct zichtbaar. Er is een grote kans dat er bij gemeenten onvoldoende kennis is, waardoor onze kinderen door de bezuinigingen buiten de boot gaat vallen. Juist nu de gemeenten zich aan het voorbereiden zijn en keuzes moeten maken is het goed om uw stem te laten horen.

Voorbeeldbrieven
Balans heeft twee voorbeeldbrieven samengesteld die u naar uw gemeente kunt sturen. De eerste is een voorbeeld van een brief die meer in algemene zin aandacht vraagt voor leer- en gedragsstoornissen. Het tweede voorbeeld is een brief die u kunt inkleuren met uw persoonlijke omstandigheden.
Lees meer in Dossier nieuwe Jeugdwet 





maandag 16 september 2013

Plan B

een vernieuwende handreiking voor autisme en communicatie

Plan B gaat over het maken en opbouwen van contact met jezelf en met de ander in relatie tot autisme. Immers contact behoeft communicatie en communicatie is een ingewikkeld proces. Plan B gaat over keuzes en eigen regie.

Plan B is uniek omdat het de vele generalisaties over autisme pareert en uitgaat van de mogelijkheden van, voor en door de individuele mens met autisme. De heldere uitleg over het fenomeen overprikkeling is een must.

Gijs en Marjon zijn er in geslaagd op basis van hun kennis en ervaringen een praktische maar vooral vernieuwende handreiking te schrijven voor mensen met autisme, partners, ouders, leerkrachten, hulpverleners en ieder ander die op welke manier dan ook met autisme in contact is.

"Dit boek laat zien dat er veel praktische manieren zijn om de kwaliteit van leven van mensen met autisme te verbeteren". (Bram Sizoo, Psychiater, Hoofd Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen Dimence)

"Plan B is een praktisch, informatief en met humor geschreven boek met als centrale vraag: Ik heb autisme en nu verder? Een inspiratiebron om te laten zien dat de kijk op autisme anno nu anders kan, maar vooral ook anders moet". (Drs. Carlo Post & Dr. Jaap Brand, ervaringsdeskundigen, bestuur Autisme Ten Top)

"Of je nu autisme hebt of niet. Het gaat altijd over het individu, en dat komt in dit boek ook goed tot uiting. Ik ben erg blij met dit boek omdat het er nog niet was". (Saskia Buma - Directeur Stichting Mama Vita)



Meer verzet tegen nieuwe Jeugdwet

De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en Balans, de vereniging van ouders van kinderen met ontwikkelingsstoornissen regio Groningen/Drenthe, maken zich grote zorgen over de nieuwe Jeugdwet.

Vanaf 2015 wordt de jeugdzorg waarschijnlijk overgedragen aan gemeenten. Nu ligt die verantwoordelijkheid nog bij het Rijk en provincies. Dit geldt dan ook voor de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen. NVA en Balans verwachten dat er grote verschillen ontstaan tussen gemeenten. Ze vrezen dat kinderen met ontwikkelingsstoornissen in de ene gemeente wél de benodigde zorg zullen krijgen, terwijl een andere gemeente dit soort psychische stoornissen zal afdoen als gedragsproblemen die ouders zelf moeten oplossen.

Eerder dit jaar uitte kinder- en jeugdpsychiatrie-organisatie Accare in Assen al dezelfde zorgen. Een aantal psychiaters, therapeuten en pedagogen heeft een petitie opgezet om de veranderingen in de geestelijke jeugdzorg tegen te gaan. Inmiddels hebben ruim 36.000 mensen hun digitale handtekening achtergelaten op petitiejeugdggz.nl.

Zie ook: 'Kinderen met psychische problemen dupe van jeugdzorgwet'

Bron: rtvdrenthe.nl






zondag 15 september 2013

Competitie autistische voetballers van start

Er komen steeds meer voetbalclubs waar ook autistische kinderen welkom zijn. Inmiddels zijn er 18 teams met autistische spelers. In de regio Zuid-Holland zijn er nu zo veel dat ze zelfs een competitie hebben opgezet.




Bron: nos.nl




vrijdag 13 september 2013

Autisme in het gezin

verrijking of probleem?

Over autistische stoornissen is al veel geschreven en gezegd. Meestal ligt de nadruk op de problemen van het kind en de omgeving. Dit Ankertje benadert autisme nu eens van de positieve kant. De auteurs zijn moeder en dochter. Zonder de moeilijke kanten van autisme te willen ontkennen, laten zij aan de hand van hun eigen gezin zien dat door op een andere manier naar elkaar te kijken en met elkaar om te gaan, je samen heel veel positiefs kunt bereiken. Bevat ook veel tips om de omgeving van en zorg voor kinderen met autisme zo optimaal mogelijk te laten zijn.

De Ankertjes van AnkhHermes zijn een begrip! Deze serie compacte boekjes (altijd 128 pagina's) geeft laagdrempelige en begrijpelijke informatie over aansprekende en actuele onderwerpen. De serie wordt continu aangevuld met nieuwe delen.



Andere titels uit de serie:

Opvoedingsstress bij helft ouders van autistisch kind

De helft van de ouders van een kind met een autistische stoornis die bij Zorg voor Zorg zit, ervaart zodanige opvoedingsproblemen dat begeleiding noodzakelijk is.

Dit percentage ligt bij 'gewone' ouders op 9 procent. Verder ervaart 53 procent van deze ouders zeer ernstige problemen ten opzichte van 3 procent van de landelijke norm op gebied van opvoedingsproblemen. Dit blijkt uit onderzoek naar opvoedingsstress en -belasting van de kleinschalige organisatie Zorg voor Zorg die mensen met autisme of aanverwante stoornis begeleidt. Zorg voor Zorg wil beslagen ten ijs komen als de 'goede zaak' in Den Haag wordt bepleit. Namelijk dat minder dan tien uur begeleiding in de week soms een wereld van verschil maakt. Deze uren dreigen wegbezuinigd te worden voor nieuwe gebruikers van het persoonsgebonden budget (pgb).

Bron: destentor.nl




donderdag 12 september 2013

ABA bij kinderen met autisme

een inleiding op Applied Behavior Analysis voor ouders, begeleiders en leerkrachten

Applied Behavior Analysis is een methode om kinderen met autisme in kleine stapjes belangrijke vaardigheden te leren. Deze gestructureerde aanpak is vooral effectief wanneer deze vanaf jonge leeftijd wordt toegepast. Dankzij de indrukwekkende resultaten wordt de methode ook in Nederland steeds vaker gebruikt.

In ABA BIJ KINDEREN MET AUTISME beschrijven de auteurs op heldere wijze wat ABA is en welke technieken er worden toegepast. Daarbij wordt er ook ingegaan op wat deze intensieve behandelvorm betekent voor het kind en de ouders.
  • Concrete voorbeelden voor thuis en op school maken dit boek zeer geschikt voor ouders, begeleiders en leerkrachten
  • Met bijdragen van verschillende Nederlandse deskundigen en onder redactie van Bibi Huskens en Robert Didden
  • ABA BIJ KINDEREN MET AUTISME is de eerste Nederlandstalige uitgave over ABA die gericht is op ouders



‘Knuffelhormoon’ betrokken bij autisme

Oxytocine, ook wel ‘knuffelhormoon’ genoemd, is mogelijk betrokken bij het stimuleren van groepsgedrag. Bij kinderen met autisme is dit beloningssysteem vermoedelijk belemmerd.

Oxytocine speelt een hoofdrol in het zogenoemde beloningscentrum in ons brein, dat verantwoordelijk is voor het ervaren van genot in respons op ‘levensbevorderende’ activiteiten zoals eten, slapen en seks. Het knuffelhormoon wordt – vandaar de naam – vooral gelinkt aan het vestigen van de intieme band tussen twee personen, zoals die tussen moeder en kind of tussen geliefden.

Onderzoekers van de Stanford University School of Medicine leiden nu uit een studie met muizen af dat oxytocine ook groepsgedrag beloont. De onderzoekers ontdekten ocytocinereceptoren in het beloningscentrum van de muizen. Door die receptoren vervolgens te blokkeren, verloren de diertjes hun drang om andere muizen op te zoeken.

De onderzoekers vermoeden daarom dat oxytocine bijdraagt aan het plezier dat we ervaren wanneer we met onze vrienden optrekken. ‘Kinderen met autisme hebben die voldoenizng niet’, zegt eerste auteur Robert Malenka. ‘Voor hen kan sociale interactie zelfs ronduit pijnlijk aanvoelen. We denken daarom dat de werking van oxytocine in hun brein faalt. Dat idee wordt overigens bevestigd door klinische studies waarbij oxytocine aan kinderen met autisme wordt voorgeschreven.’ (kv)

Bron: eoswetenschap.eu




woensdag 11 september 2013

Eetproblemen bij autistische kinderen

Als een autistisch kind dat altijd redelijk goed gegeten heeft niet meer wil eten, is het verstandig na te gaan of er mogelijk een lichame­lijke oorzaak een rol speelt. De kinderen zijn dikwijls niet in staat te vertellen wat zij voelen en men moet afgaan op zijn eigen inzicht. Lusteloosheid, een koortsachtige blos, een warme huid, een loop­neus zijn duidelijk tekens, waarop men moet letten.

Een andere reden voor een geringe eetlust - en dit kan bij ieder kind voorkomen - is het eten van te veel snoep en koek tussen de Maaltijden door. Sommige moeders denken dat hun kinderen behoefte hebben aan grotere porties dan zij in wer­kelijkheid willen of nodig hebben. Zij laden het bord van het kind vol niet een portie, geschikt voor een volwassene en zijn dan verbaasd dat het kind slechts de helft opeet. De behoefte aan voedsel is voor ieder kind verschillend. Wanneer een kind een gevarieerde maaltijd eet niet vlees, groente en fruit, ge­zond lijkt en in gewicht toeneemt, is er geen reden tot bezorgdheid ook al eet hij niet zo heel veel.

Eerste kinderjaren.
Eetproblemen komen voor bij nor­male en autistische kinderen. Er zijn echter problemen die het ge­volg kunnen zijn van de autistische stoornis van het kind. Als baby kan hij moeite hebben met zuigen, waardoor het onmogelijk is borst­voeding te geven. Flesvoeding niet een speen niet een grote opening is gewoonlijk gemakkelijker, maar zelfs dan neemt liet voeden veel tijd in beslag. Deze baby’s gaan soms krachtiger zuigen naarmate ze ouder worden. Baby’s die problemen hebben ge­had niet zuigen kunnen een goede eetlust ontwikkelen omstreeks het eerste jaar, maar vast voedsel kan weer problemen geven. Het kan voorkomen dat zij voedsel met klontjes afwijzen. (Dit wordt dikwijls bij zowel kinderen die doof en tegelijkertijd blind gebo­ren zijn gezien, en bij autistische kinderen).

Het lijkt of deze kinderen het moeilijk vinden hun mond- en tongspieren te controleren. Voor het kauwen van grote stukken is een goede coördinatie van deze spieren nodig. Als een kind er niet in slaagt een brok voedsel in zijn mond heen en weer te bewegen, zodat zijn tanden hun werk niet kunnen doen, of een stuk in zijn keel terecht komt waardoor hij bijna stikt, is het niet verwonder­lijk dat hij ieder voedsel weigert en zelfs angstig lijkt om het te probe­ren.

Een moeder ontdekte dat zij de ka­ken van haar jonge kind moest vasthouden en voor hem heen en weer moest bewegen, terwijl hij het voedsel trachtte te kauwen. Dit hielp bij hem en hij leerde goed eten. Bij een dergelijk kind moet klonterig voedsel zeer geleidelijk worden aangeboden, zodat hij er stapsgewijs aan kan wennen. De stukken moeten niet te groot zijn en zijn mond niet te vol, waardoor hij zich onprettig voelt en bang is om te stikken.

In het boek "Teaching the Retarded Child to Talk" geschreven door Julia Molloy, worden eenvoudige spel­letjes om de mond- en tongbewe­gingen te verbeteren beschreven. Zij kunnen van nut zijn voor een kind dat genoeg begrijpt om er aan mee te doen. (Het is belangrijk erop te wijzen dat kinderen niet moeilijkheden bij het bewegen van de mond en bij het kauwen, vat­baar zijn voor tandbederf. Vooral voor hen is een goede tandverzor­ging belangrijk).

Nieuw voedsel.
Eetproblemen kunnen ook veroor­zaakt worden door de weerstand van een autistisch kind tegen ver­anderingen en de neiging tot routi­ne. Zelfs kinderen met een goede eetlust tonen zich wantrouwend ten opzichte van voedsel, dat zij niet kennen. Soms kunnen zij overtuigd worden door iets nieuws te koppelen aan iets bekends. Een meisje wilde bijvoorbeeld chocolademelk pas proberen (en vond het lekker) nadat haar verteld was dat het "chocoladekoffie" was. Zij hield, wel van koffie.

De gezondheidstoestand van een kind loopt geen gevaar als zijn voedselkeus beperkt is, maar hij of zij toch voldoende gevarieerd eet. Het is wel een probleem als de moeder geneigd is voor het kind speciale maaltijden te bereiden terwijl de overige familieleden iets eten wat het kind niet lust. Dit is geen goede oplossing, het is beter kinderen erop te wijzen dat ver­wacht wordt, dat zij hetzelfde eten als de rest van het gezin. Willen ze het aangeboden eten niet, dan krij­gen zij niets. Hoe minder ophef hiervan gemaakt wordt des te be­ter. Men moet streven naar een vriendelijke, overtuigend onver­schillige houding, ook al moet men soms toneelspelen om werkelijke gevoelens te verbergen. Natuurlijk is het van belang tijdens of tussen de maaltijden door niets te geven, waardoor de eetlust van het kind zal verminderen. Maar, geef kinderen nooit meer op hun bord dan zij nodig hebben. Geef ze liever minder, zodat ze nog trek hebben en daardoor genieten van hun voedsel. De porties moeten klein zijn en zonder een blijk van over­dreven vreugde of triomf van uw kant gegeven worden. Net zoals normale kinderen, heb­ben autistische kinderen hun trots.

Een veel groter probleem is het kind, dat slechts een of twee be­paalde gerechten wil eten. Of een kind dat blijft vasthouden aan ba­byvoedsel. Het gekozen voedsel kan voedzaam zijn, zoals vlees en aardappelen, maar kan ook bestaan uit voedingsmiddelen die niet bij­dragen tot een verantwoord en gevarieerd voedingspatroon zoals bijvoorbeeld uitsluitend sla en wafeltjes. Dergelijk vreemde kuren zijn niet van belang, als ze slecht een of twee dagen duren maar als het gewoonte wordt, moet er iets aan gedaan worden.

Medische behandeling.
Medische behandeling is altijd erg moeilijk geweest maar een Australisch kinderarts heeft tezamen met collega’s een uitstekend artikel gepubliceerd, waarin een methode beschreven wordt voor kinderen met zeer ernstige eetproblemen.

Deze kinderen werden in een ziekenhuis opgenomen, zodat zij voortdurend onder strenge medische controle stonden. Bijna alle moeders verbleven eveneens in het ziekenhuis. Deze kinderen kregen voedsel op normale etenstijden. Zij kregen kleine hoeveelheden van het voedsel dat zij tot dat moment weigerden te eten, vermengd met voedsel dat zij wel lustten. Een kind dat alles weigerde behalve pap, kreeg pap plus een kleine hoeveelheid gemalen vlees. Wanneer het kind alleen het voedsel vanuit een fles accepteerde, werd het mengsel met een vinger gegeven. Was het kind gewend van een lepel te eten, dan werd het voedsel op een lepel gegeven. Indien het kind iets niet opat werd het weggenomen tot de volgende maaltijd en tussendoor werd niets gegeven. De kinderen begonnen na enkele dagen te eten ( de langste weigering was 10 dagen). Gedurende die tijd werd de algemene gezondheidstoestand van het kind gecontroleerd en werden speciale onderzoeken gedaan naar de gevolgen van het niet eten.

In het begin hielden sommige kinderen niet van de nieuwe smaak, maar zodra ze eraan gewend waren, aten zij gretig. De hoeveelheid nieuw voedsel werd geleidelijk aan groter tot het een normale maaltijd was. In het begin hadden zij de neiging extra grote porties te eten, maar naderhand raakten zij ge­wend aan normale porties. De moeders gaven hun kinderen de maaltijden, zodra deze bereid wa­ren voedsel tot zich te nemen. Men liet aan de moeders zien, hoe zij met de kinderen konden spelen en nieuwe vaardigheden konden aan­leren, bijvoorbeeld bekertjes stape­len. De eetsituatie werd gebruikt om contact en interactie te bevor­deren.

Vanzelfsprekend waren de moe­ders erg ongerust en bezorgd gedu­rende de tijd dat hun kind voedsel weigerde, maar zodra het probleem was opgelost, waren zij gelukkig en ontspannen. Men liet hen zien, hoe zij zich moesten opstellen ten aanzien van de maaltijden, wan­neer hun kind weer thuis was. Slechts die kinderen, waarvan de moeder niet mee was gegaan naar het ziekenhuis, kregen thuis een terugval. Het totale gedrag van de kinderen verbeterde, zodra zij nor­maal begonnen te eten. Het is belangrijk dat ouders medi­sche hulp zoeken, indien een kind zeer ernstige eetproblemen heeft. De behandeling, die ik beschreven heb, moet in een ziekenhuis uitge­voerd worden door ervaren men­sen, die weten hoe lang een kind zonder gevaar zonder voedsel kan blijven. Hoewel problemen met voeding vrij veel voorkomen, is een zeer extreme weigering van voedsel ge­lukkig zeldzaam.

Een andere manier voor ouders om om te gaan niet ernstige eetproble­men is erin te volharden dat het kind een zeer kleine hoeveelheid van het nieuwe voedsel neemt - al is het maar een theelepeltje - voor­dat hij of zij het eten krijgt wat wel lekker wordt gevonden. Dit kan in het begin tot woede-aanvallen en weerstand leiden, maar door vast­beraden optreden van de ouder zal het kind vrij spoedig deze geringe aanvulling op zijn maaltijd accep­teren. De hoeveelheid voedsel, waar het kind niet van houdt en die gegeven wordt voor de favoriete maaltijd, wordt langzaam en gelei­delijk aan vergroot, zodat mis­schien na een aantal weken het kind verschillende lepels van het nieuwe voedsel neemt. Zodra kin­deren zich realiseren dat zij hun fa­voriete maaltijd krijgen nadat zij iets van het nieuwe voedsel hebben gegeten, kan nieuw voedsel ge­woonlijk met verrassend weinig moeite geïntroduceerd worden. Vaak begint het kind te houden van een grotere verscheidenheid van voedsel en naarmate er meer nieuwe voedingsmiddelen bijko­men, kunnen oude favorieten ge­leidelijk op de achtergrond raken.

Oudere kinderen.
De hierboven genoemde problemen komen vooral voor bij jonge­re kinderen en verbeteren over het algemeen na verloop van tijd. Ou­dere kinderen en adolescenten, die goede vorderingen hebben gemaakt, redelijk goed kunnen praten en begrijpen, kunnen hun eetlust verliezen om heel verschillende redenen.

Autistische adolescenten kunnen dezelfde emotionele problemen hebben als normale tieners,hoewel het voor hen door hun handicap moeilijker is erover te praten en zelf hun problemen op te lossen. Zij worden ongerust, angstig of de­pressief, vooral als er speciale spanningen zijn. Veel mensen ver­liezen bij spanning hun eetlust en een ouder autistisch kind kun te­rugvallen op zijn vroegere eetpro­blemen. Het is dan beter in te gaan op zijn angsten en spanning en niet te veel accent te leggen op hetgeen hij eet.

Ouders die kinderen hebben niet eetproblemen, worden vaak voor vele moeilijke beslissingen gesteld. Zij moeten beoordelen wanneer zij er geen aandacht aan moeten besteden, of tot actie moe­ten overgaan, wanneer aan te drin­gen dat het kind eet en wanneer aan hem zelf de keus over te laten.

Wanneer is een kleine hoeveelheid voedsel voldoende en wanneer is het ontoereikend voor een goede gezondheid? Eten hoort een van de plezierigste momenten te zijn, maar voor sommige ouders zijn de maaltijden een nachtmerrie. Als u ongerust bent en onzeker kunt u het beste de problemen bespreken met een arts, die uw kind goed kent. U kunt bijzonderheden geven over de hoeveelheid voedsel dat het kind wel eet, een gewichtkaart bijhouden, zodat de dokter kan vertellen of het voedsel voldoende is. U kunt dan op de beste manier overleggen hoe met het probleem om te gaan.

Zoals altijd is uw eigen zelfver­trouwen de belangrijkste factor. Autistische kinderen herkennen een kalme, zekere houding bij hun ouders net zo gemakkelijk als nor­male kinderen. Zij voelen zich dan veilig en zijn eerder bereid nieuwe ervaringen te accepteren.

Het laatste probleem dat ik wil noemen is in sommige opzichten makkelijker te hanteren dan het weigeren van voedsel. Sommige autistische kinderen raken erg ge­hecht aan cake, koekjes, zoetigheid of ijs en eisen hun favoriete gerecht op allerlei tijden, ook buiten de maaltijden om. Meestal eten zij de gewone maaltijden eveneens.

Een meisje hield van geglazuurde chocolade cakejes. Zij at met een ongelofelijke snel­heid het glazuur eraf, drukte de resten van de natte cake in haar moeders hand en begon meteen weer te schreeuwen om een vol­gende. Men moet dit probleem aanpakken op dezelfde manier als ieder ander steeds zich herhalend gedrag.

Aan het kind moet nooit eten gege­ven worden tussen de maaltijden door en tijdens de maaltijd krijgt zij het alleen als de andere familieleden het ook eten. Er zullen een aantal woede-uitbarstingen volgen, maar deze zullen overgaan als er geen aandacht aan wordt besteed. Het kind zal zich op den duur realiseren, dat u vast besloten bent en dat het geen zin heeft nog meer energie te verspillen. Zoals met alle problemen is het beter te voorkomen dan te genezen. Essentieel hierbij is: nooit voedsel geven met het doel een reeds begonnen woede-uitbarsting te stoppen.





dinsdag 10 september 2013

Autisme op school

De mogelijkheden van kinderen met autismespectrumstoornissen worden onvoldoende benut. Leerkrachten zetten zich in, en verbazen zich soms over de averechtse werking van hun inspanningen. Autisme vergt een andere benadering op school, maar ook een andere houding van de leerkracht. Het grootste probleem is dat het kind met autismespectrumstoornissen over een heel scala aan mentale leeftijden beschikt. Op tienjarige leeftijd kan het kind tien zijn op een aantal onderwerpen, drie jaar als speelleeftijd hebben, twintig op het gebied van wereldoriëntatie zijn of twee als het om sociaal contact gaat. De schoolrijpheid is bij autismespectrumstoornissen ongelijk verdeeld over de schoolse vaardigheden. 

In Autisme op school legt Martine Delfos in heldere, praktische taal uit wat autisme op school betekent, hoe je een probleem herkent en hoe je ermee om kunt gaan. Autisme op school bestaat uit twee delen die elkaar deels overlappen, wat betreft de algemene beschrijving van autisme.

In Autisme op school, voortgezet onderwijs wordt beschreven wat autisme en ASS (autismespectrumstoornissen) inhouden. De theorie wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden van jongeren in de middelbare schoolleeftijd. De consequenties van de theorie voor het onderwijs worden verduidelijkt door voorbeelden van de dagelijkse praktijk in het middelbaar onderwijs. Dit zowel in onderwijskundige zin als in de zin van sociaal functioneren op school.



"Messi is een autist en vergelijkbaar met Einstein en Newton"

Romario doet weer eens flink van zich spreken, ditmaal via Twitter. Lionel Messi wordt door de Braziliaan vergeleken met de geniën Einstein en Newton. Ook zou de Argentijn, net als Einstein en Newton, een milde vorm van het syndroom van Asperger (een autistische stoornis) hebben. 

Hoewel het niet als een compliment klinkt, lijkt de voormalig PSV’er slechts een vergelijking te willen maken. Ook Einstein en Newton hadden een vorm van autisme. Messi zou zich door het syndroom van Asperger extreem goed kunnen concentreren, aldus Romario. De Braziliaan tweet vervolgens dat hij hoopt "dat we nog lang kunnen genieten van de genialiteit van de Argentijn."

Bron: www.soccernews.nl




Zoeken in Bol.com